
Much in a name
Vandaag had ik een uiterst interessante ervaring met de docenten van een Academie voor Muziek, Woord en Dans. Ze hadden aan Schoolmakers gevraagd of we hen de basisbeginselen van “breed evalueren” wilden bijbrengen. Niet alleen een interessante materie, maar ook nog eens een zeer relevante context om die in toe te passen.
Ik op pad, voorzien van de basisprincipes van breed evalueren en een hele rits concrete praktijkvoorbeelden. Voor de gelegenheid had ik alles vertaald naar de leerplannen en de praktijk van de academie-context.
De docenten legden heel wat nieuwsgierigheid aan de dag. Geregeld was er ruimte voor interactie, waaruit ik ook kon opmaken dat velen onder hen al aan het experimenteren waren met actieve werkvormen, hun leerlingen aanstuurden tot zelfreflectie en nieuwe evaluatiemethodes uitprobeerden.
Een heikel punt bleek het “examen voor de jury”. Een groep docenten vond het niet langer nodig om de leerlingen te onderwerpen aan zoveel stress. Slechts een kleine 2% van hen bleek uiteindelijk door te stromen naar een opleiding tot professioneel kunstenaar. Voor mij was dat bizar. Net in de context van breed evalueren is een examen op een podium met jury een bijzonder waardevolle toetsingsvorm. In brede evaluatie streef je dan ook naar zo authentiek mogelijke contexten om te evalueren. Een leerling-kunstenaar een podium bieden, lijkt dan ook bijzonder logisch.
Wat ik uit de discussie meenam, is dat vooral de communicatie erover bijzonder belangrijk is in hoe de leerlingen naar het moment toeleven en het percipiëren. Je kan het hebben over een examen voor jury of over een concert. Na een concert volgen automatisch de felicitaties en de commentaren van de kenners. Al klinkt het voor veel leerlingen bijlange niet zo beladen. En bovendien is het authentieker: kunstenaars brengen concerten. Ze leggen geen examens af.
Ik zeg nooit nog zomaar examen tegen een examen.
Jan Royackers
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief