Rot op met uw eigen leven!

02 mei 2016

Een gesprek over positieve identiteitsontwikkeling.

Vorige maandag kocht ik in zeven haasten een Humo voordat ik op de trein huiswaarts sprong. Ik was drijfnat door een stortbui nadat ik een ganse dag had vergaderd over positieve identiteitsontwikkeling bij jongeren in het Brusselse. Ik stootte op het interview met Abdellah Bijat. Abdellah is een Gentse student van 22 en reed tot nu toe een ongewoon parcours. Op zijn derde werd hij door de jeugdrechter geplaatst nadat hij drie keer in het ziekenhuis was beland met zware verwondingen. De laatste keer was dat een schedelbreuk. 19 jaar na de verwijdering uit zijn gezin is hij uitgegroeid tot een man met een missie en een rolmodel voor vele duizenden jonge mensen. Het was een intrigerend artikel omdat het naadloos aansloot bij de hersenknopen die zich overdag in mijn bovenkamer hadden gevormd. Ik zocht zijn gegevens op en contacteerde hem met de vraag of ik hem kon spreken.

Drie dagen later zitten we samen in Gent. Ik leg hem uit dat we als Schoolmakers mee werken aan heel wat onderwijsprojecten die op de eerste plaats een positief zelfbeeld van jongeren nastreven.

 

Eén simpele vraag volstond om zijn interessante verhaal te horen: “Wat heeft jou gemaakt tot wie je bent?”.

Abdellah: Mijn leven heeft twee jaar geleden pas een grote wending genomen. Tussen mijn derde en mijn achttiende zat ik veel op internaat, met korte verblijven thuis. Thuis voelde ik me heel raar. Ik vervreemdde van mijn familie, alleen al omdat ik nooit vloeiend Marokkaans heb leren spreken. Op mijn achttiende ben ik thuis gaan wonen, bij mijn moeder en mijn andere broers en zussen. Dat verliep heel moeizaam. Ik had een ander temperament. Wanneer er conflicten waren had ik de neiging om te gaan bemiddelen en zaken uit te praten, maar dat werd me niet in dank afgenomen. Daar kwam ook nog bij dat ik merkte dat ik aangetrokken werd door mannen. Thuis was zoiets onbespreekbaar. Enkel mijn Marokkaanse oma bleef me zien als Abdellah. Op mijn twintigste werd ik verbannen uit de familie. Het OCMW hielp me aan een studentenkamer. “Rot op met uw eigen leven”. Dat is de laatste sms die ik kreeg van het thuisfront.

Toen ik alleen ging wonen, maakte ik tijd om mijn eigen identiteit te ontwikkelen. Het was een hele geruststelling toen ik op internet een Amerikaans homokoppel ontdekte. Ze gaven me positieve energie. Ik volgde hen online en nam hun positieve kijk over. In mijn Facebook-statussen spoorde ik anderen aan om gelukkig te worden, ik postte leuke dingen, geen gezaag. Eigenlijk was ik al heel lang aan het wachten tot er iemand met mijn achtergrond zou opstaan als rolmodel. In het middelbaar was een medeleerling voor zijn geaardheid uitgekomen, en daar werd heel positief op gereageerd. Maar ik werd nog te veel afgeremd. Ik deed altijd mijn best op school en werd gezien als een voorbeeldige leerling. Daarom was ik echt bang dat ik mensen zou teleurstellen door me te outen. Het was een stuk van mijn persoonlijkheid dat ik probeerde te verdringen.

Mijn leven heeft me echter geleerd dat het je niet zomaar in de schoot wordt geworpen. Het zijn niet je vrienden of je familie die je leven vorm geven. Dat moet je zelf doen. Het is tijd om uit te schaduw te treden. Er zijn heel veel jongeren met een multiculturele achtergrond die een strijd leveren met zichzelf en hun geaardheid. Ik wil hun boegbeeld zijn en tonen dat het kan, dat het normaal is. Daarom ben ik ontzettend fier dat ik in de finale zit van Mister Gay Belgium 2016. Ik vertegenwoordig een minderheid die eindelijk een stem verdient en kleur brengt in het debat.

 

Terug naar het internaat…

Abdellah

Mijn schoolloopbaan op Don Bosco in Sint-Denijs-Westrem is zeker voor een deel bepalend geweest voor mijn identiteit. Ik kende geen warme thuis. Familiegevoel mis ik niet, omdat ik het nooit heb ervaren. Als ik de Minister van Onderwijs een paar aanbevelingen zou kunnen geven, dan zou ik er op de eerste plaats voor pleiten dat er op scholen ruimte is voor jongeren om ook hun kwetsbaarheid te tonen. Het programma “Over de streep” vormt daarvan een heel mooi voorbeeld: eerst wordt binnen een groep jongeren een hechte sfeer gecreëerd, ze leren waarderend te luisteren naar elkaar. Daarna worden ze uitgenodigd om in hun groep te delen wat er écht in hen omgaat en verder te gaan dan het ophangen van een façade die alles verbergt. Zoiets raakt die jongeren tot in hun ziel. Die boodschap geef ik ook wanneer ik voor scholen ga spreken: “Iedereen die op dit moment rondom je zit, draagt zijn eigen kenmerken en problemen met zich mee. Durf erover te praten, durf er te zijn voor elkaar, niet enkel wanneer het goed gaat”.

Voor leerkrachten ligt hier een heel belangrijke taak weggelegd, want alles staat of valt met de manier waarop zij hun leerlingen benaderen. Leerlingen moeten op elk moment het gevoel hebben dat ze op hun leerkrachten kunnen steunen. Daartoe is het belangrijk dat leerkrachten bepaald gedrag niet te snel gaan problematiseren, maar vooral met de leerling durven praten over de aanleiding van dat gedrag. Ze moeten enerzijds zelf het gedrag uitstralen dat ze bij hun leerlingen willen bekomen en actief bepaalde waarden uitstralen. Anderzijds is het ook belangrijk dat er regelmatig aandacht wordt besteed in workshops aan belangrijke thema’s zoals diversiteit, verdraagzaamheid, gender-identiteit, cultuur…

Daarnaast zijn ook rolmodellen in het onderwijs van groot belang. Ik heb zelf geen islamitische leerkrachten gehad, maar het feit dat er het internaat een opvoedster was die de Koran kende, gaf me ook het vertrouwen dat mijn identiteit de moeite waard is. Zelf merk ik ook aan de vele steunbetuigingen van over de hele wereld, dat het belangrijk is dat elke minderheid in de samenleving zijn boegbeelden heeft.

Ik ben zelf op het internaat een paar keer heel boos, razend zelfs, weggelopen. Zo organiseerden we jaarlijks een show voor onze familie. Mijn familie had beloofd te komen kijken. Op de dag van de opvoering kijk je uit om hen na de opvoering te kunnen zien. Ze waren er niet. Ik was razend. Om dat te kunnen plaatsen als jongere, doet het deugd om te kunnen praten met een opvoeder.

Een ander voorbeeld: ik heb altijd de neiging gehad om te zorgen voor anderen. Ik probeerde te helpen en te ondersteunen waar mogelijk. Maar op een dag werd me dat teveel. Ik had het gevoel dat ik veel meer energie investeerde in anderen dan dat ik terug kreeg. Op een gegeven moment was ik volledig op, en is een opvoedster met me komen praten. Het feit dat ze zei dat ze had opgemerkt dat ik al een tijdje minder goed in m’n vel zat, betekende veel. Het toonde aan dat ze er écht voor me was. Ik had het gevoel dat ik genegeerd werd door medeleerlingen die ik als vriend zag. We werden samen gebracht in de vergaderzaal. Ieder kon om de beurt zijn verhaal doen. Er viel geen lijn in te krijgen, het was gewoon een sfeer tegen mij geworden. Dat kwetste me heel diep. De opvoeders vroegen me wat de anderen konden doen om dat terug goed te maken. Ik had vooral tijd nodig om het geschonden vertrouwen terug te voelen. Ze hebben toen 4 weken mijn taken overgenomen. Maar de wonden zaten te diep. Ondertussen had ik zelf ook een bibliotheek met uitleendienst opgestart met boeken, een camera, spelletjes… Dat was een groot succes. Te groot om alleen te kunnen bolwerken. Op een dag stond er één van de vrienden in de bibliotheek. Ze vroeg of ze kon helpen. Eerst vond ik dat een goedkoop manoeuvre. Maar ze bleef terugkomen en hielp me echt. De uitleendienst werd uitgebreid en er kwam ook een biljarttafel in de ruimte ernaast. Daar kwamen ook de anderen naartoe. Zo is het contact er terug gekomen en is onze vriendengroep terug samengesmolten. Doordat ik andere initiatieven kon nemen, kon ik mijn gedachten verzetten, en daarnaast was er ook tijd waardoor wonden konden genezen. Ik heb nog steeds contact met die vrienden en ze doen het goed. Ik ben fier op hen.

Wat ik leerde op internaat, heeft me ook vooruitgeholpen in de jeugdbeweging, en omgekeerd. Ik ben nog steeds scoutsleider en vrijwilliger op een zorgboerderij in Brakel, waar ik vroeger zelf op kamp ging. Het zijn fantastische plekken om verantwoordelijkheid te leren nemen, te leren praten over je gevoelens en nieuwe mensen te leren kennen.

 

Abdellah in de Islam, de Islam in Abdellah.

 

Ja, de Islam speelt een belangrijke rol voor mij. Mijn eerste contact met mijn godsdienst waren de godsdienstlessen in de lagere school (ik ging naar de Acacia-school in Gent, die later de Feniksschool geworden is). Ik leerde er mijn godsdienst kennen als een religie die streeft naar wereldvrede over alle culturen heen. In het secundair heb ik mezelf onderwezen. Ik las de Koran en probeerde te leven als een goede moslim. Daarnaast zocht ik ook veel zaken op: de geschiedenis van de Islam, het waarheidsgehalte van bepaalde stellingen die vele moslims overnemen als hun mening. Zo ontdekte ik dat de Islam heel tolerant was ten opzichte van homoseksualiteit in de Gouden Eeuw. Het is pas wanneer het moeilijker gaat, dat mensen blijkbaar nood hebben aan strikte voorschriften. Passages uit de Koran waarin gewaarschuwd wordt dat mensen zich niet enkel mogen laten leiden door hun lusten, worden plots verengd tot een verbod op homoseksualiteit of een alcoholverbod. Dat is natuurlijk totaal voorbijgestreefd. In heel wat landen zijn er imams die openlijk uitkomen voor hun geaardheid en anderen inspireren.

Het grote probleem is dat de Islam momenteel verwikkeld is in een grote interne strijd. “De” Islam bestaat niet. Onze godsdienst is een groepering van heel wat stromingen: Soenieten, Sjiieten, Soefisten… Op dit moment proberen enkele heel radicale stromingen zoveel mogelijk invloed te krijgen. Ze gedragen zich als de maffia, als een moordmachine om hun gelijk te halen. Dat creëert heel wat spanningen binnen de Islam, en dat voel je tot in Gent. In de wijk waar ik woon heerst sinds de aanslagen in Parijs, en zeker die van Brussel, een sfeer van onderling wantrouwen. Het is hoog tijd dat gematigde moslims die een vredevolle en tolerante boodschap uitdragen, tonen dat ze in de meerderheid zijn. Maar dat is niet makkelijk, dat voel ik elke dag.

Homoseksualiteit blijft natuurlijk een heel gevoelig thema binnen de Islam, ondanks het feit dat het evenveel voorkomt als in de Westerse cultuur. De manier waarop jonge mensen ermee omgaan, verschilt ook grondig. In een Westerse omgeving spreek je van een “coming out” als je uitkomt voor je geaardheid. Binnen de moslimcultuur spreek je van een “coming in”: mensen gaan een groep gelijkgezinden opzoeken en in alle discretie zichzelf ontdekken. In de Westerse cultuur schreeuwen mensen dat vaker van de daken.

Wat het extra gevoelig maakt, is dat binnen de gemeenschap zowat alles gebaseerd is op trots en eer. Vaak wordt die trots door jongeren vormgegeven door overdreven machogedrag. Ik draag ook dat temperament in me mee. Maar nu probeer ik trots te zijn op het feit dat ik mijn kwetsbaarheid durf te tonen. In het begin van mijn deelname aan Mister Gay heeft me dat heel onzeker gemaakt en kwamen oude angsten terug naar boven. Nu gaat het veel beter, omdat ik merk dat er veel steun is.

Dat is ook de filosofie die Merhaba hanteert, een vereniging voor hoofdzakelijk Maghrebijnse mensen die worstelen met hun geaardheid. Ze duwen niemand zomaar uit de kast en volgen ieders eigen ritme. Al heb ik er soms ook bedenkingen bij: door hun volledige anonimiteit, is Merhaba voor velen ook heel hoogdrempelig. Soms willen mensen weten tegen wie ze praten. En dan kom je weer tot de nood aan rolmodellen.

Als ik ben wie ik vandaag ben, dan is dat te danken aan het feit dat ik de dingen die mijn identiteit inperkten, achter mij heb gelaten. Ik heb het leven met twee handen vastgenomen. Vroeger zat ik te wachten tot ik anderen hun voorbeeld kon volgen, maar door de positieve aanmoedigingen en de honderden steunbetuigingen heb ik beslist om er voluit voor te gaan. Daar ligt de sleutel: anderen overtuigen van het feit dat ze de moeite waard zijn, en er ook zelf in geloven.

Meer informatie over Merhaba vind je hier. 

Wie meer wilt weten over Abdellah en zijn kandidatuur, vindt hier meer info.

Stemmen op de wedstrijdfoto kan hier.

Jan Royackers – jan@schoolmakers.be

Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Schoolmakers begeleidt leer- en veranderprocessen in scholen, van kleuter- tot volwassenenonderwijs. Wij werken nauw samen met raden van bestuur, directies, leerkrachten, leerlingen, oudercomités, pedagogisch begeleiders, ... Wij leveren maatwerk.

Volg ons op Twitter @Schoolmakers
Twitter feed is op dit moment niet beschikbaar.
Schoolmakers op Facebook Schoolmakers op Youtube
Schoolmakers CV, Dorpsstraat 1, BE-3020 Winksele - info@schoolmakers.be © 2024 Schoolmakers - Disclaimer & Privacy - Verkoopsvoorwaarden

Website door rubenvaes.be