AI-gebruik in taken en opdrachten

30 januari 2024

Laten we de olifant in de kamer benoemen.

Heel wat leerlingen maken gebruik van ChatGPT (of Copilot of…) om taken voor school mee voor te bereiden. En mocht het nog voorbereiden zijn, tot daar aan toe. De output van die slimme chatbots klakkeloos overnemen, levert niemand leerwinst op.

Op verschillende kanalen als LinkedIn en Twitter schrijven onderwijsmensen dat we af moeten van het fraude-narratief. Dat we onze manier van evalueren dan maar eens moeten herbekijken. 

Wat met ouders die een handje toesteken? De spreekbeurt helemaal in elkaar steken. Nalezen en redigeren? Wat met leerlingen die thuis wel over bv. de betaalde versie van ChatGPT kunnen beschikken en anderen niet, laat staan een digitaal toestel.

Makkelijker gezegd dan gedaan, dus. Er zijn veel extra factoren waarmee rekening te houden als je leerlingen en studenten vraagt om slimme technologie te gebruiken in de thuissfeer. En toch schuilt er wel wat waarheid in. Dat we ook wel eens onze evaluatieformats mogen onder de loep houden.

Wat gebeurt er nu vaak?
De leerling besteedt z’n denk- en schrijfwerk uit en de leerkracht speurt als een echte detective naar dat ene foutje. Tiens! Terwijl die leerling er anders toch wel meer maakte.

Het gevoel dat leerlingen hun toevlucht zoeken naar de weg van de minste inspanning, baart veel leerkrachten toch wel zorgen. Als onderwijsprofessional snap je maar al te goed welke leerkansen die leerlingen laten liggen. Tegelijk heb je er eigenlijk geen antwoord op. Het zijn uitdagende tijden.

De schaal voor AI-gebruik in taken en opdrachten kan een antwoord zijn, niet het antwoord!
De verschillende niveaus geven aan in welke mate AI dan wel een rol mag spelen bij taken en opdrachten.
Zonder naïef te zijn, maar duidelijke afspraken kunnen misschien wel soelaas bieden.
Goeie afspraken maken immers goede vrienden.

Een schaal om AI-gebruik bij taken en opdrachten te definiëren

In een blogpost van Leon Furze (Universiteit van Melbourne, leanfurze.com) staat een voorstel om taken in te schalen in welke mate leerlingen (in zijn geval, studenten) artificiële intelligentie mogen inzetten bij de opdrachten die ze krijgen.
(Lees er hier meer over: https://arxiv.org/abs/2312.07086)

Deze schaal heb ik vertaald, geïnterpreteerd en een beetje anders vormgegeven.
De schaal kent vijf gradaties en gaat van ‘geen gebruik van AI’ tot ‘alle remmen los’. 
Laten we elk level kort bespreken.

Level 1: Geen AI toegelaten

Leerlingen mogen bij zo’n taak geen gebruik maken van artificiële intelligentie. Als je een taak dit label meegeeft, betekent dit dat je de setting volledig onder controle hebt. Je geeft dit label niet aan een opdracht die ze thuis kunnen maken of zonder toezicht op wat ze tijdens de les opzoeken op het internet.

Het is wenselijk voor kennistoetsen, om begrip na te gaan. Ook voor een examen of toets.

Het is eigenlijk niet wenselijk voor een creatieve (schrijf)opdracht. Want als alles binnen het lesuur afgewerkt moet worden, dan verwacht je van de leerlingen creativiteit op bestelling. Ook wij hebben wel eens een slechte dag of een gebrek aan geniale ideeën.

Vraag is dus of een mate van AI-gebruik niet wenselijk is. Uiteindelijk is de simpele spellingschecker of zijn tools als Grammarly of Editor ook al een vorm van artificiële intelligentie die leerlingen zomaar kunnen inzetten. Je zou dus al naar handgeschreven opdrachten moeten, terwijl de digitale omgeving als Teams en Google Classroom toch ook echt wel voordelen bieden bij evaluatie. 

Level 2: Ideeën en/of structuur bieden

Bij taken op het tweede niveau van de schaal, wordt het gebruik van artificiële intelligentie beperkt tot het zoeken van aanvullende ideeën en het zoeken van een structuur voor teksten. Het is belangrijk dat leerlingen AI zien als een hulpmiddel voor inspiratie en organisatie, maar niet als een bron voor hun uiteindelijke werk.

In deze setting mogen leerlingen AI gebruiken om hun denkproces te stimuleren of om een beter overzicht te krijgen van hoe ze hun opdracht kunnen aanpakken. Let wel. Het is essentieel dat AI niet ingezet wordt voor het schrijven van de tekst zelf en ook niet vòòr het schrijven zelf. Geen enkel deel van de tekst – gegenereerd door AI – mag in het uiteindelijke huiswerk opgenomen worden.

Dit niveau is ideaal voor taken waarbij creativiteit belangrijk is, maar waar leerlingen misschien wat extra steun nodig hebben om te beginnen of hun ideeën te structureren. Of om toch eens na te gaan of ze voor hun argumentatieve tekst wel over de juiste argumenten beschikken.

 

Waar hadden we zelf niet aan gedacht?

Het verzekert dat de kern van het werk van de leerling zelf komt, terwijl ze toch leren om technologie als een nuttige tool te gebruiken.

Level 3: AI inzetten bij het bewerken

Zoals de titel aangeeft, kan AI op het derde niveau van de schaal ingezet worden als een geavanceerd hulpmiddel om de tekst te bewerken of te verfijnen.

Leerlingen gebruiken AI om hun werk te verbeteren op verschillende vlakken, zoals taalgebruik, grammatica en spelling. Dit zou bv. kunnen betekenen dat ze de geavanceerde schrijfhulp Editor in Word gebruiken om suggesties te krijgen om hun tekst te verbeteren. Dit is trouwens een goeie manier om suggestie per suggestie te leren van slimme technologie.

De focus ligt hier op de verbetering van het eigen werk van de leerling, niet op het creëren van nieuwe inhoud door AI. Deze aanpak is bijzonder nuttig voor taalverbeteringen, het suggereren van synoniemen, het aanbrengen van structurele wijzigingen en eventueel visuele bewerkingen. Denk hierbij aan het integreren en optimaliseren van visuele elementen, zoals afbeeldingen, grafieken en lay-out. Op dit niveau moeten leerlingen zowel hun oorspronkelijke werk als het door AI geassisteerde werk indienen. Dit dient om de authenticiteit van hun inspanningen te waarborgen en om een duidelijk beeld te geven van de bijdrage van AI aan hun eindproduct. Een leerkracht Nederlands uit Sint-Niklaas gaf aan dat dit niveau in de praktijk nog niet zulke goeie resultaten oplevert. Bij het laten herschrijven van een originele tekst door ChatGPT of Copilot, blijf de door AI-geschreven tekst niet voldoende dicht bij het origineel. Dit kan eventueel wel nog bijgeschaafd worden via uitgebreide prompting en restricties die je oplegt. Tips over goede prompting technieken vind je makkelijk. Maar veel van de cheat sheets zijn niet altijd even bruikbaar. Je kunt altijd kiezen voor het acroniem PREPARE dat Fitzpatrick van aifroeducators.io voorstelt.

Dit niveau is ideaal voor taken waarbij nauwkeurigheid en verfijning van taalgebruik centraal staan. Het moedigt leerlingen aan om kritisch na te denken over de wijzigingen die door AI worden voorgesteld en om een weloverwogen keuze te maken over welke suggesties ze opnemen in hun uiteindelijke werk. Enkele reflectievragen zijn hier zeker op hun plaats.

Level 4: AI inzetten om aan te vullen

Op het vierde niveau van onze schaal krijgt AI een meer prominente rol, terwijl de kritische evaluatie door de leerling centraal staat. Dit niveau stelt leerlingen in staat om actief gebruik te maken van generatieve AI voor specifieke onderdelen van een taak. Belangrijk is dat leerlingen de uitvoer van AI niet klakkeloos overnemen, maar deze kritisch evalueren en deels integreren in hun eigen werk.

Dit niveau moedigt leerlingen aan om de mogelijkheden en beperkingen van AI te begrijpen. Ze leren om er de output van te gebruiken, maar ook om een vergelijkende analyse uit te voeren tussen wat AI produceert en hun eigen ideeën. Een kritische evaluatie van de AI-content is cruciaal, evenals het correct citeren van de door AI gegenereerde delen die ze in hun werk opnemen.

Op deze site zie je hoe leerlingen correct kunnen citeren volgens de APA-normen.

Activiteiten op dit niveau kunnen variëren van het direct genereren van inhoud door AI, tot het analyseren en kritisch beoordelen van deze inhoud, en het integreren van AI-content in het eigen werk. Deze aanpak biedt flexibiliteit in de interactie tussen AI en menselijke intelligentie, waarbij de nadruk ligt op het begrijpen en toepassen van AI in een educatieve context.

Deze schaal is bijzonder geschikt voor projecten waarbij een diepere interactie met AI-technologie wordt vereist, en waarbij leerlingen worden uitgedaagd om zowel de capaciteiten als de grenzen van AI te verkennen en te begrijpen.

Deze labels zou je kunnen toevoegen aan een taak, waardoor het voor leerlingen duidelijk is in welke mate AI toegelaten is en welke bijhorende elementen eventueel ingeleverd moeten worden.

Ook bij het vijfde level blijft er wel verantwoording af te leggen voor de mate waarin AI gebruikt werd door de leerling.

Level 5: Geen rem op het gebruik van AI

Op het vijfde en laatste niveau van onze schaal wordt AI volledig omarmd in het onderwijsproces. Hier hebben zowel leerlingen als leraren de vrijheid om AI over de gehele lijn te gebruiken bij taken. Dit niveau is vooral geschikt voor taken waarbij de integratie van GenAI (generatieve AI) essentieel is voor de leerresultaten.

De kern van dit niveau is het concept van co-creatie, waarbij leerlingen AI gebruiken als een creatief hulpmiddel bij o.a. samenwerking. Activiteiten kunnen variëren van het samen met AI verkennen van concepten, tot het creëren van unieke producten met behulp van AI. Dit kan bijvoorbeeld het ontwikkelen van nieuwe ideeën of concepten omvatten, waarbij AI real-time feedback biedt en bijdraagt aan het creatieve proces.

Boris Steipe liet dit optekenen in ChatGPT sparks debate on how to design student assignments now (insidehighered.com)

Een belangrijk aspect van dit niveau is het stimuleren van het onderzoek naar en het begrijpen van AI. Leerlingen leren over de mogelijkheden en uitdagingen van AI, terwijl ze tegelijkertijd waardevolle ervaringen opdoen in het werken met deze geavanceerde technologie. Dit niveau is bijzonder geschikt voor taken waarbij het proces van het leren en experimenteren met AI zelf een belangrijk onderdeel is van de educatieve ervaring.

Level 5 is dus ook geschikt voor procesevaluatie, waarbij de focus ligt op het leerproces en de manier waarop leerlingen AI gebruiken en integreren in hun werk. Door het volledige gebruik van AI te omarmen, worden leerlingen aangemoedigd om de grenzen van hun creativiteit en probleemoplossend vermogen te verleggen, waarbij ze AI als een verlengstuk van hun eigen capaciteiten zien.

!! Update sinds 28 augustus: Leon Furze en zijn collega’s hebben hun AIAS herzien. Lees hier het volledige blogbericht.
> Schaal 4 vervalt deels of kantelt a.h.w. in schaal 3. Schaal 5 wordt de nieuwe 4. De nieuwe 5 biedt zo ruimte om exploratie van nieuwe manieren van leren toe te laten.

Ik ben er nog niet uit of ik de herziene versie een echte optimalisatie vind.

Enkele bedenkingen

  • Als we leerlingen in min of meerdere mate AI laten gebruiken, is het voor de leerkracht ook een extra taakbelasting om het ingeleverde werk van de leerlingen kritisch en eerlijk te beoordelen. Daarom is het misschien wenselijk om vaker te laten samenwerken, zodat het aantal te beoordelen opdrachten lager uitvalt. In het kader van ‘Zweet op de juiste ruggen’, is het zoeken naar opdrachten waarbij het werk vooral bij de leerling(en) ligt en de evaluatie deels geautomatiseerd kan worden of niet al te veel over de details gaat.
  • Je zou deze schaal ook kunnen opdelen in drie schalen, nl. 1, 2-4 en 5. Schaal één en vijf zijn dan wel duidelijk afgebakend. Bij ‘beperkt’ gebruik (level 2 t.e.m. level 4) van AI zal er in heel dat spectrum door sommige leerlingen amper en door sommige erg veel AI aan te pas komen. Hoe kun je dat nog op dezelfde maatstaf leggen?
  • Het is belangrijk dat de taken an sich ook aangepast worden naar deze nieuwe realiteit. Een schrijfopdracht rechttoe rechtaan nodigt ook gewoon uit om dit uit te besteden. U vraagt, ChatGPT draait. Nee, opdrachten die herdacht worden voor een wereld waar al deze slimme technologieën zomaar beschikbaar zijn, zitten toch wat anders in elkaar. De taken moeten gericht zijn op authenticiteit, bereiden voor op het latere leven en levenslang leren en laten een doordacht gebruik van technologie toe. 
  • Als er steeds meer AI-features gewoon toegankelijk zijn in de tools en software die we dagelijks gebruiken, à la Word of Excel en andere softwarepakketten, wat is dan nog de waarde van deze schaal? Een spellingschecker is geen AI, maar een woordvoorspeller is dat wel. Mogen leerlingen dan nog teksten schrijven waarbij ze assistentie krijgen van hun co-piloot? Ja, maar ChatGPT dan niet… Terwijl het toch gewoon dezelfde technologie is.
  • Je kan leerlingen toch een beetje ‘ontmoedigen’ (of dit wenselijk is, is een andere discussie) om AI te gebruiken. Dat kan door:
    • de taak op te splitsen in deeltaken die elk op zich niet uitnodigen om er AI voor te gebruiken;
    • persoonlijke elementen in de opdracht te vereisen. Let wel op dat we hierbij onze leerlingen niet ongewild aanmoedigen om persoonlijke gegevens met ChatGPT (of Copilot/Gemini, Perplexity…) te delen;
    • inhouden te vereisen die geen enkele chatbot zomaar zal toevoegen, zoals het verwerken van een voorafgaande klasdiscussie over het onderwerp of externe bronnen zoals ‘een interview met mijn oma’ over het topic;
    • de taak niet alleen te beoordelen op het eindproduct. Als er te veel op het spel staat, dan is de neiging om ‘vals te spelen’ ook groter. 

Enkele aanbevelingen

  • Het zou erg interessant kunnen zijn om hierover een lerend netwerk op te starten. Dat kan op een heel eenvoudige manier door een gedeeld document beschikbaar te maken waar elk de eigen good practices, bevindingen of voorbeelden deelt met alle andere bijdragers. Draag jij jouw steentje bij?
  • Het is misschien wel handig als we binnen onze Vlaamse context dezelfde taal spreken en met een grote groep leerkrachten deze schaal (of een andere) gebruiken om taken en opdrachten in te schalen. 

auteur: Erik Devlies


👉 Onze nieuwste blogs en info steeds in je mailbox… Handig, toch?


afbeeldingen:
AIAS: leonfurze.com
eigen ontwerpen vanuit freepik premium

Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief