IQ-testen en inclusie
Er is al veel geschreven over de uitspraken van Koen Daniëls over het afnemen van de IQ-testen bij leerlingen. Graag had ik, na het lezen van vele artikels en commentaren en na het bekijken van de beelden vanuit het parlement, even enkele gedachten op een rijtje gezet. (Af en toe reflecteer ik bij een quote over de toelichting van zijn uitspraken op de fb-pagina van mr. Daniëls zelf. Het artikel waarin hij zelf reageert op zijn eerdere uitspraken vind je hier.)
We kunnen blijven praten over IQ-testen en wat ze voorstellen of wat het zegt over mogelijkheden van kinderen maar daar gaat het in essentie niet over. Waar het wel over gaat is over leren kijken naar de wereld met een inclusieve bril.
De eindtermen geven ons een doel, een plaats waar de overheid van heeft beslist dat dat de basis is van wat we onze kinderen willen meegeven. Kan iedereen die eindtermen behalen? Nee. Is het wenselijk zoveel mogelijk kinderen mee op de kar te krijgen op een deugddoende manier, zowel voor leerkrachten als voor leerlingen? Absoluut. Moeten we ons doel ‘verlagen’ als we zien dat het voor bepaalde leerlingen niet lukt? Nee. We willen uiteindelijk overtuigd zijn dat als we diploma’s uitreiken de leerlingen de doelen effectief hebben behaald. De weg die ze daarvoor hebben afgelegd kan heel verschillend zijn, en daar gaat het in essentie over.
Je zou het beeldend als volgt kunnen voorstellen:
Koen Daniëls omschrijft het als volgt:
‘Je kan als leerkracht met alle kinderen keihard trainen op de 100 meter sprint. Na verloop van tijd zullen ze allemaal sneller lopen, maar de kans dat je iedereen zover krijgt dat ze Usain Bolt van het podium lopen, is klein. Komt dat omdat de leerkracht zijn best niet heeft gedaan? Zou kunnen, maar als iedereen sneller loopt als tevoren, dan is er vooruitgang. Er is dus “leerwinst”.’
Blij dit te lezen. Als er leerwinst is, is het goed en gaan we uit van een positieve evolutie. Maar onderwijs staat niet stil. Het gaat niet enkel meer uit van punten op toetsen, of metingen na een oefening. Niet enkel het resultaat is belangrijk, ook het proces, daar zijn we ondertussen hopelijk wel van overtuigd.
‘Leerkrachten, directies en ook ouders zullen je (als ze eerlijk zijn) uitleggen dat de capaciteiten van kinderen verschillend, anders zijn. En dat sommigen inzake intellectuele capaciteiten meer mogelijkheden hebben dan anderen. Net zoals sommige kinderen inzake sportieve capaciteiten meer mogelijkheden hebben dan anderen. En dus dat je, hoe hard je ook je best doet, op bepaalde momenten botst op de sportieve, creatieve, intellectuele …. mogelijkheden die er zijn.‘
Absoluut. Wat er dan nodig is zijn geen IQ-testen of eender welke testen voor mijn part. Wat we nodig hebben is differentiatie, ruimdenkendheid en een inclusiebril. Differentiatie binnen werkvormen, binnen evaluatie, binnen leertrajecten van kinderen. Dat hebben we nodig en daar werken mensen in ons onderwijs ontzettend hard aan.
‘We moeten ons inzetten om bij alle leerlingen al hun talenten te ontwikkelen, ongeacht hun thuissituatie. Maar ik geef wel aan dat we niet blind mogen zijn voor de reële capaciteiten van leerlingen. Want zeggen tegen leerkrachten “als dit kind geen loodgieter/dokter/bakker/verpleger/ingenieur wordt, dan ligt dit aan uw onderwijs”, dat is de eigenheid van kinderen onrecht aandoen.’
We mogen absoluut niet blind zijn voor de capaciteiten van leerlingen en de betrokkenheid verhogen tussen scholen en thuissituaties zal de vingerwijzing naar onderwijs doen wegebben, daar ben ik van overtuigd.
Maar de vraag die ik mij blijf stellen is: wat gaat een IQ-test hier verbeteren?
Wil je te weten komen wat de capaciteiten van leerlingen zijn? Wil je te weten komen of kinderen effectief op een bepaald punt kunnen geraken? Is dat een zekerheid die je met een IQ-test kan te weten komen? Of kunnen we ook kijken naar de leerwinst, naar vooruitgang, naar eigenheden van kinderen door observaties en gegevens die we nu ook al uit onze werking halen?
Want draai of keer het zoals je wil, er zijn nog factoren die capaciteiten van kinderen beïnvloeden. Moeten we die dan ook gaan testen om ze mee te nemen in ons beeld over onderwijs en hoe goed of slecht scholen het doen?
We hebben nog niet zo lang geleden een stevige tik op de vingers gekregen van Europa omdat we te fel in hokjes denken binnen ons onderwijs en te veel ‘groepjes’ opsplitsen, vandaar het M-decreet.
Binnen de redenering die ik hier lees en hoor kan ik niet anders dan voelen dat de inclusiegedachte nog niet is binnengedrongen. Dat kan ik alleen ten zeerste betreuren.
‘Iedereen wil dat de capaciteiten van kinderen maximaal ontwikkeld worden, ongeacht hun thuissituatie/sociaal-economische situatie. En daar sta ik 200% achter. Als pedagoog, als leraar, als ouder, als burger.’
Gelukkig maar. En weet je, daar hebben we geen IQ-test voor nodig. Daar hebben we goede onderwijsmensen voor nodig. Als je elke dag in het onderwijslandschap werkt dan voel je dat veel mensen de weg zoeken naar differentiatie, breder evalueren, UDL, coöperatief leren, coaching, activerende werkvormen en daar al verdomd grote stappen in hebben gezet. Een school is trouwens ook een lerende organisatie.
Ben ik tegen IQ-testen? Nee. Wordt die test al jaren af en toe aangeraden om een breder beeld te hebben? Ja. Ben ik tegen nog maar een test bij de beeldvorming of evaluatie zetten (of waar je ook denkt ze nodig te hebben) om een hokje meer te hebben om aan te kruisen? Ja. Volmondig, ja.
An Kennes
an.kennes@schoolmakers.be
Deze blog verscheen ook op de website van Leren Differentiëren, een e-course voor leraren secundair onderwijs die zich willen verdiepen in differentiatie.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief