Wat leerden we op de zomerschool?
Ook in 2021 neemt Schoolmakers een belangrijke rol op in de begeleiding van Zomerscholen.
Je leest er alles over op www.zomerscholen.vlaanderen
Hier lees je een terugblik op de Zomerscholen in 2020.
De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant deden een beroep op Schoolmakers om de uitrol en coördinatie van zomerscholen te ondersteunen. Lesgevers en begeleiders volgden online modules over didactiek, en coördinatoren en organisatoren over het voeren van een “zomerbeleid” bij de opstart van de zomerschool. We begeleidden uitwisselmomenten en contacteerden de zomerscholen om hun noden te bevragen. Schoolmaker Lydwin coördineerde mee het geheel en verwoordt het als volgt: “Wat een zomer! 170 zomerscholen werden op nog geen 3 maanden tijd opgericht. Er vond een grote mobilisatie plaats in het onderwijs van mensen die er voluit in geloven en voor willen gaan”.
Schoolmakers stond ook met twee voeten in de praktijk: Schoolmaker Nick was pedagogisch coördinator van Zomerschool Mol. Jan was lid van de stuurgroep van zomerschool Leuven. Lien, An en Saskia waren provinciaal verantwoordelijken.
Wat leerden we op pedagogisch-didactisch vlak?
Keep it simple en beperk het aantal regels
“Durf van de zomerschool een school te maken”, pleit Lore Baeyens (van Samen Onderwijs Maken en de Leuvense zomerschool). Kinderen en jongeren hebben leerhonger. Hun enthousiasme en wil om te leren is groot. Het schoolse aspect is niet altijd gemakkelijk te organiseren omwille van de grote noden en diverse niveaus, en tegelijk genieten kinderen ervan.
Vrijwilligers stellen zich inhoudelijk flexibel in en kunnen zo makkelijk de beginsituatie bewaken, evalueren en bijsturen. Soms vereist dit ook het loslaten van vooraf bepaalde doelen. In Mol zijn de leerkrachten ervan overtuigd dat dit het best tegemoet komt aan de noden van de leerlingen. Door de druk te verlagen, slaan leerkrachten er nog meer in om een rustige, veilige én leerrijke sfeer te creëren. Onzekerheid maakt plaats voor trots en een gerust gevoel: we hebben als leerkrachten het gevoel dat we echt iets kunnen bijbrengen, ook al zijn het maar kleine zaken.
Toeleiding en beginsituatie
“We beslisten om geen remediëringsfiches te vragen aan de scholen. Daarmee schep je verwachtingen naar scholen, ouders en kinderen die we niet kunnen waarmaken. We keizen voor ontspannen leren, voor school én zomer. Ja, hier wordt geleerd. Veel geleerd. Dat is nuttig en nodig. Maar uit het verhaal van remediëring zijn we weg gebleven”, aldus Kathleen van de Leuvense zomerschool. In Leuven nemen kinderen bij de start en het einde van de dag het zomerschoolboekje van Schoolmakers erbij. In een kringgesprek reflecteren ze over hun groei en capteren ze via zelfreflectie en interactie hun leerproces. “Of en hoe kinderen dit straks delen met hun leraar, laten we over aan de kinderen. Wat er hier gebeurt, mag gezien worden, maar kinderen kiezen zelf welke successen ze tonen en waar ze fier op zijn. Dat strookt met onze visie om kinderen eigenaar te maken van hun leerproces”.
In de zomerschool Mol wordt dezelfde visie gehanteerd en draagt het bij tot eigenaarschap en creativiteit van leerkrachten. Tegelijk is het belangrijk om over voldoende informatie te beschikken: op welke manier worden bepaalde inhouden overgebracht en hoe kunnen we hier in de zomerschool enigszins rekening mee houden? Zoals rekenen mét of zonder brug.
Het welbevinden van de kinderen staat centraal bij de zomerscholen van het stedelijk net van Antwerpen. Antwerpen probeert de beginsituatie van elk kind in kaart te brengen via de zorgcoördinatoren die zo ook meteen voor de juiste toeleiding naar de zomerschool zorgen. Tijdens de twee weken durende zomerschool is ook aan de leerkrachten gevraagd om de leerlingen te observeren. Op het einde van de zomerschool werd een observatierapport opgemaakt, dit wordt bezorgd aan de school waar de kinderen school lopen.
Herhaling en differentiëren
Herhaling en stilstaan bij kleine subdoelen hebben meer impact voor individuele leerlingen dan het vasthouden aan een vooraf bepaald ambitieus leeraanbod en -traject. Met minder risico op demotivatie of geen aansluiting vinden bij het klasgebeuren.
Hoewel het stedelijk onderwijs van Antwerpen een uitgewerkt programma heeft opgemaakt, is er voldoende ruimte en tijd voor de leerkrachten om het naar eigen context te vertalen. Leerkrachten met veel ervaring maken hier gretig gebruik van en differentiëren waar nodig.
Samenwerkingen
Zomerscholen zijn brede scholen, met een rijk aanbod van diverse organisaties die willen werken met kwetsbare kinderen en jongeren. Zo proeven de Leuvense zomerschool-leerlingen van circus, sport, weerbaarheidstraining, slam poetry, … Lore Baeyens van Samen Onderwijs Maken merkt op: “Een individuele school heeft niet de tijd, de ruimte, het netwerk om zo’n brugfunctie op te nemen zoals wij dat nu doen vanuit de stad. Wij bedenken dit conceptueel, brengen onderwijspartners samen, netwerken met organisaties allerhande, zoeken sterke sleutelfiguren met visie en organisatietalent om dit waar te maken, … Er schuilt een grote kracht in het leggen van al die verbindingen. Verbinding is sowieso een sleutelwoord, we zetten in op contact en connectie, op alle niveau’s.”
In Mol ontstond er een mooie samenwerking met de lokale bibliotheek. We kunnen er terecht voor het uitlenen van boekjes en verschillende groepen brengen een bezoek aan de bib. Vrijwilligers integreren een bezoek aan de bib in hun aanbod.
Het stedelijk net van Antwerpen heeft de ganse regie en uitwerking van het concept zomerscholen in handen genomen. Er is een sterk pedagogisch, didactisch programma uitgewerkt met de pedagogische begeleidingsdienst en een extern theatergezelschap. Intern is een aanwerving gebeurd van zomerdirecteurs en leerkrachten met expertise. Er is ook ingezet op een samenwerking met stagiaires en dit vooral via de AP Hogeschool en via Thomas More en KDG.
Wat leerden we op het vlak van coördinatie en aansturing?
Nauw contact met de ouders
De opkomst is groot. 70% van de Leuvense zomerschool-leerlingen dagen op. Op de eerste dag van de zomerschool in Mol zijn ongeveer driekwart van de aangemelde leerlingen aanwezig. En wie komt, blijft komen.
Contact opnemen werkt. We halen inspiratie uit de jarenlange ervaring van bv. straathoekwerkers en CAW’s die sterk inzetten op outreachend werken. Zo is er die Antwerpse zomerschool waar élke leerling op post was vanaf de eerste dag. Het geheim? De coördinator van de zomerschool had de dag vóór de start álle ouders opgebeld.
Telefonisch contact met de ouders geeft een gevoel van verwelkoming en oprechte betrokkenheid. Als een kind te laat (of niet) aankomt wordt meteen gebeld met de ouders. Er is op relatief korte tijd een cultuur ontstaan van elkaar informeren wanneer nodig (ouders namen vervolgens zelf het initiatief om te informeren in het geval ze afwezig of wat later zouden zijn bv.).
Inzetten op de competenties en eigenaarschap van vrijwilligers
Het engagement van begeleiders overtreft de verwachting. Een zomerschool draait op vrijwilligers. Zij zoeken verbinding, willen leerervaringen opdoen en hun sterktes inzetten. In de Leuvense zomerschool spelen ze hier op in door het aanbieden van intervisie, inspiratie-lunches, coaches die de vrijwilligers ondersteunen, ruimte om mee vorm te geven aan het programma, een ‘leraarskamer’ die dient als ontmoetingsplek en kleinschalige en fijne groepen waar welbevinden centraal staat.
In Mol hielden we met alle vrijwilligers een evaluatiegesprek. Daaruit blijkt dat vrijwilligers vooral extra kansen willen geven aan de leerlingen die hier baat bij hebben en zich aangesproken voelen door de enthousiaste reacties van de leerlingen. Vrijwilligers krijgen ook op voorhand de kans om hun voorkeuren aan te geven qua vlakken en groepen.
Dat gaf hen de ruimte om te experimenteren met verschillende werkvormen en de vrijheid om zelf accenten te leggen. Leerkrachten gaven aan dat ze zichzelf hierdoor verder professionaliseren en opgedane inzichten en vaardigheden meenemen naar hun school. Vertrekken van eigenaarschap van leerkrachten zorgt voor een sterk vertrouwen tussen coördinatoren en vrijwilligers. Daarnaast voorzien we verschillende opties om ondersteuning te bieden op pedagogisch-didactisch en organisatorisch vlak. Co-creatie op z’n best. Verder had de zomerschool in Mol veel aandacht voor het doorstromen van informatie, waardering voor de vrijwilligers en het ingaan op vragen en bedenkingen.
Conclusie?
Coördinatoren en vrijwilligers, zeker in een stedelijke context, ervaren de zomerscholen als een enorme meerwaarde voor een specifieke doelgroep: die van anderstalige kinderen. “Een heel aantal van onze kinderen hoort in de vakantie negen weken lang geen woord Nederlands”, vertelde een Molenbeekse coördinator aan Lien. “We moeten in september kijken wat nu echt het effect is, maar gewoon al het taalbad dat ze in de zomerschool krijgen, levert volgens ons een enorme winst op in vergelijking met de start van die kinderen andere schooljaren.”
“Voor heel wat kinderen verlaagt de zomerschool ook de drempel naar een ander zomeraanbod. Heel wat kinderen gaan niet op kamp of naar de speelpleinwerking. De zomerschool is voor heel wat kinderen én hun ouders ook een kennismaking geweest met zo’n zomerinitiatieven”, vertelde een coördinator uit Schaarbeek.
“We zitten er boenk op”, zegt Lore Baeyens. “De leerlingen die hier zitten, zijn extra kwetsbaar door de corona-periode, daarvoor doen we het.” Tegelijk is de zomerschool ontoereikend. Door corona is de bestaande kwetsbaarheid van veel leerlingen op schools vlak versterkt. Op twee weken krijg je de leerachterstand niet geremedieerd. Er leeft grote bezorgdheid over de leerlingen. Straks zit die relatief homogene groep zomerschool-leerlingen, verspreid in een meer heterogene klas. Dat vraagt doorgedreven differentiatie.
Vrijwilligers vinden, bleek voor weinig zomerscholen een probleem. Heel wat leerkrachten, studenten uit de lerarenopleiding en mensen met allerlei uiteenlopende achtergronden, engageerden zich met heel hun hart. Volgend jaar opnieuw? Er zijn enkele aandachtspunten. Het is belangrijk om een goede balans te hebben in je zomerteam van leerkrachten met didactische ervaring, vrijwilligers met ervaring in spelaanbod en enthousiaste studenten die mee hun schouders eronder willen zetten, maar nog wat meer ondersteuning en sturing kunnen gebruiken. Een duidelijk statuut en eerlijke vergoeding voor de zomerschoolvrijwilliger is sowieso een must.
Schoolmakers is iedereen die deze zomer meedraaide op een Zomerschool bijzonder dankbaar. Knap werk. Op naar een volgende editie?
Met speciale dank aan Kathleen Boulet en Lore Baeyens voor het delen van hun lessons learned als locatieverantwoordelijke/organisator van de Leuvense zomerscholen.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief