Lesopdrachten: “Starters krijgen de kruimels”
Leraar Charlotte stelt de verdeling van lesopdrachten aan de kaak: ‘wie eerst komt, eerst maalt’. Startende leraren zijn daarvan de dupe. Charlotte was leraar PAV in BenedictusPoort Ledeberg. Ze blogde een jaar voor Klasse.
In onderwijs domineren benoeming, anciënniteit en TADD
Traditiegetrouw wandel ik op einde van het schooljaar het bureau van de directeur binnen. “Ik zou volgend jaar graag in de derde graad PAV geven”, meld ik hem. Voor hem ligt een lange lijst. De namen van de leraren staan netjes geordend volgens benoeming en anciënniteit. Voor het toekennen van lesopdrachten geldt de regel: wie eerst komt, eerst maalt.
Als 31-jarige ancienne blijk ik op een gunstige plaats te staan. Eind augustus volgt de bevestiging: een mooie lesopdracht PAV in de derde graad in het bso, katsjing! Mijn omgeving reageert enthousiast wanneer ik het ze vertel. Niemand vraagt me wiens plaats ik ingenomen heb. Het is het recht van de leraar met de meeste anciënniteit, nietwaar?!
Niemand op school wil die uren
Ik bel mijn neef. Jonge leraar, dynamisch, creatief, intelligent, gepassioneerd, ondernemend en verantwoordelijk. Zo iemand van wie je weet: die heeft het vuur in zijn ogen en het krijt in zijn vingers. “En mag je blijven? Welke uren heb je gekregen? Zie je het zitten?” Ik vuur mijn vragen af.
Starters moeten het maar rooien tot ze het geluk hebben dat een oudere collega zijn mooie uren achterlaat
Even is het stil. Het is niet wat hij gevraagd heeft, maar vooral wat hij uitdrukkelijk niet vroeg. “Niemand op school wil die uren en ik ben de jongste.” Zijn ontgoocheling sijpelt door. Dat het onrechtvaardig is, antwoord ik. Dat het niet klopt dat ze bij het verdelen van lesopdrachten geen rekening houden met zijn voorkeuren, vul ik aan. Dat ik het wel begrijp van die anciënniteit, maar dat het niet eerlijk is dat we voor de jonge collega’s enkel de kruimels laten. Ze moeten het maar rooien tot ze het geluk hebben dat een oudere collega opstapt en zijn mooie uren achterlaat. En dan zijn we verbaasd dat jonge leraren er de brui aan geven.
Geen energie meer voor lesopdrachten
Kort daarna klik ik een mail open van een vriendin. Ze neemt afscheid van haar school waar ze jarenlang met veel plezier lesgegeven geeft. Ondanks de fijne collega’s en de mooie herinneringen, zegt ze haar vaste benoeming op, want haar vat is leeg. Haar lesopdracht staat opnieuw zo ver van wat ze wenste en hoopte, dat ze er geen energie meer voor kan opbrengen. Ik bewonder haar moed. Nu is ze terug een bleu’ke, ver van TADD, laat staan van een benoeming. Maar ze kiest voor haar vak en niet voor een job.
Zal het loopbaandebat ervoor zorgen dat het logge onderwijssysteem niet langer de goesting van jonge leraren verplettert?
Wie het jargon bepaalt, heeft de helft van het debat gewonnen. In de onderwijsterminologie domineren woorden als benoeming, anciënniteit, TADD, desiderata, barema’s en helaas ook drop-out, burn-out en bore-out. In de Beleidsnota Onderwijs staan nochtans woorden als passie, liefde, aantrekkelijke omstandigheden, aanvangsbegeleiding, loopbaandifferentiatie, taakbelasting, continue ontwikkeling
Zal het loopbaanpact het logge onderwijssysteem aanpakken/wegjagen? Of kan dat pact er op z’n minst voor zorgen dat de ‘olifant’ niet langer de goesting van jonge leraren verplettert.
Bronnen:
docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1198767
ebl.vlaanderen.be/publications/documents/65587
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief