UDL versus differentiatie
Afbeelding uit Struyven, Gheyssens, Coubergs, De Doncker, & De Neve (2019). Binnenklasdifferentiatie in de praktijk. Ieders leer-kracht realiseren. Leuven: Acco
De roep om ons onderwijs inclusiever in te richten, van het kleuteronderwijs tot het hoger onderwijs, klinkt al enkele jaren luider en luider. Internationaal scoort het Vlaams onderwijs namelijk niet erg goed als het aan komt op inclusie. Verschillende opleidingen en instellingen experimenteren dan ook met onderwijsmodellen zoals differentiëren of Universal Design for Learning (UDL) om hun onderwijs toegankelijk te maken voor iedereen. Beide concepten worden naar voren geschoven als oplossing om beter om te gaan met verschillen in leernoden in de klas. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen UDL en differentiatie?
Het grootste verschil schuilt in hun oorsprong. UDL is ontstaan vanuit de architectuur en het idee om een gebouw zo toegankelijk mogelijk te maken voor iedereen met oog voor mensen met een fysieke beperking. Deze gedachte is men gaan toepassen op onderwijs. Door redelijke aanpassingen in te voeren kunnen leerlingen/studenten met een (fysieke) beperking ook deelnemen aan het onderwijs. Bovendien kunnen deze aanpassingen ook zinvol zijn voor diegene zonder een beperking. Denk bijvoorbeeld aan ondertitels die zinvol zijn voor mensen die slecht horen, maar ook nuttig zijn voor mensen die geen gehoorproblemen hebben.
Differentiatie is ontstaan vanuit de idee dat hoogbegaafde leerlingen/studenten onvoldoende vooruitgang boekten. Men ging nadenken over aanpassingen van het onderwijs zodat iedereen tot maximaal leren kan komen. Leerstof verdiepen of net gaan remediëren zijn de meest bekende vormen van differentiatie.
Beide concepten zijn inmiddels uitgegroeid tot pedagogische modellen die allebei als doel hebben om het onderwijs zo inclusief mogelijk in te richten zodat iedereen maximale leerkansen krijgt. Er ontstaat dus ook wat verwarring bij leerkrachten en docenten. Moeten we nu gaan differentiëren of gaan we UDL toepassen? Is UDL nu het nieuwe differentiëren? Of is differentiëren een vorm van UDL?
Dr. Julia Griful-Freixenet onderzocht de verhouding tussen beide concepten in haar doctoraat. In één van haar studies voerde zij een systemische literatuur revisie uit en bestudeerde ze de onderlinge relaties tussen beide pedagogische modellen in de literatuur. Zij kwam tot de vaststelling tot er drie conceptuele interpretaties zijn van UDL en differentiatie:
- Beide concepten zijn complementair
- Differentiatie is ingebed in UDL
- De concepten zijn incompatibel en staan tegenover elkaar
Over alle drie de interpretaties zijn er theorieën terug te vinden, maar geen van elk zijn empirisch onderbouwd. De conclusie is of beide concepten dusdanig geëvolueerd zijn, dat we misschien gewoon over hetzelfde aan het praten zijn?
Op conceptueel niveau is er nog discussie over de exacte betekenis tussen beide concepten. Echter, als het aankomt op implementatie in een klaslokaal, kunnen we zeggen dat de toepassing van beide onderwijsmodellen vaak gelijkaardige maatregelen zijn zoals het voorzien van redelijke aanpassingen, het toereiken van hulpmiddelen of het aanbieden van extra uitdaging. De vraag die een leerkracht/docent zich moet stellen is niet noodzakelijk of die nu differentiatie of UDL aan het implementeren is, maar vooral WAAROM een bepaalde maatregel of aanpassing in de klas nodig is. Voor beide concepten geldt immers hetzelfde: maatregelen of aanpassingen in de klas hebben pas hun nut voor het leren van leerlingen/studenten als ze doelbewust en doordacht ingezet worden.
Bron
Deze blog is geïnspireerd op het onderzoek van Dr. Julia Griful-Freixenet: Griful-Freixenet, J., Struyven, K., Vantieghem, W., & Gheyssens, E. (2020). Exploring the interrelationship between universal design for learning (UDL) and differentiated instruction. (DI): A systematic review. Educational Research Review, 29, 100306.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief