Zomerscholen #1: van aanleiding tot invulling

01 juni 2020

De laatste maand van een bizar schooljaar ging in. Volgens een collega is COVID19 een vergrootglas, ook in onderwijs. Er zijn leerlingen die de afgelopen weken meer geleerd hebben en zich beter in hun vel gevoeld hebben dan de maanden (en jaren?) daarvoor. Er zijn leerlingen die dezelfde leerwinst hebben geboekt die ze zonder de schoolsluiting ook gehaald zouden hebben. En er zijn leerlingen die niet geleerd hebben wat ze hadden kunnen leren en dus een achterstand hebben opgelopen door de corona-quarantaine. Een afstandsachterstand die voor veel leerlingen nog eens vergroot zal worden door het zomervakantie-effect. Kunnen zomerscholen hier soelaas bieden? 

Schoolse achterstand inlopen: diverse initiatieven

Zomerscholen, het woord zegt alles en niets tegelijk. Het containerbegrip duidt op onderwijs in de zomer – en dus vakantie – maar zegt niets over wat dat onderwijs dan inhoudt en waartoe dat zomeronderwijs dan leidt. De mogelijke invullingen zijn divers: van schools leren – en dus inhalen van niet bereikte leerdoelen – en voorbereiden op toelatingsproeven tot het ontwikkelen van academische vaardigheden zoals probleem oplossend denken. In Vlaanderen worden budgetten vrijgemaakt om met zomerscholen de door COVID19-opgelopen leerachterstand weg te werken of op zijn minst te verkleinen.

De corona-leerachterstand is het startpunt van een effectieve invulling van de Vlaamse zomerscholen. Om de schoolse achterstand van de leerlingen in kaart te brengen stellen we ons twee vragen: waarin heeft de leerling achterstand opgelopen (domein) en ten aanzien waarvan heeft de leerling achterstand opgelopen (vergelijking)?

Leerlingen kunnen op twee schoolse domeinen achterstand oplopen, de algemeen vormende leerdoelen  enerzijds en de technische en beroepsgerichte leerdoelen  anderzijds. Achterstand benoemen vraagt ook om een vergelijking. Wie vergelijk je met wie of waarmee? Sommige leerlingen zullen een achterstand oplopen ten aanzien van klas- en jaargenoten of nog belangrijker ten aanzien van de prestaties die je van hen verwachtte in deze context (zichzelf) wat dus een vertraging is van het ontwikkelingspatroon dat ze zouden hebben doorgemaakt als ze wel naar school zouden gegaan zijn. De achterstand zit dan op individueel leerlingenniveau. Daarnaast kan je ook de prestaties van de klas vergelijken met de jaarplanning. Wanneer de niet bereikte leerdoelen voor de hele klas gelden, spreken we hier van achterstand op klasniveau.

Wanneer we deze beide vragen beantwoorden, ontstaan er vier grote groepen (zie ook figuur 1), waarbij leerlingen tot meerdere groepen kunnen behoren:

  •         Individuele leerlingen die achterstaan ten aanzien van klas- en jaargenoten of zichzelf voor algemene vakken.
  •         Individuele leerlingen die achterstaan ten aanzien van klas- en jaargenoten of zichzelf voor technische, creatieve en  beroepsgerichte vakken.
  •         Klassen die niet alle essentiële doelen bereikt hebben voor algemene vakken
  •         Klassen die niet alle essentiële doelen bereikt hebben voor technische, creatieve en beroepsgerichte vakken.

In Figuur 1 geven we per groep een suggestie om de achterstand in  te lopen of ten minste niet te laten oplopen tijdens de zomervakantie. Met deze figuur willen we klassenraden inspireren om bij hun advies diverse suggesties doen van een bepaalde vakantiejob of zomerkamp tot educatieve activiteiten.  In twee gevallen zien we zomerscholen als een waardige oplossing.

Figuur 1- Oplossingen voor het inlopen van impactrijke schoolse achterstand

Doelstellingen voor zomerscholen

Realistische verwachtingen voor zomerscholen zijn een goed uitgangspunt. Om de doelen voor de zomerscholen te kiezen, stellen we twee leidende vragen centraal: welke doelen kunnen we bereiken met leerlingen en wat laat leerlingen leren op lange termijn? In de vernieuwde eindtermen staat basisgeletterdheid voor elke individuele leerling centraal. Geletterdheid is de toegangspoort tot verder leren: van begrijpend lezen en functioneel schrijven en  tot financiële, wiskundige en digitale geletterdheid. Elke leerling moet over de lat van basisgeletterdheid springen. Zomerscholen kunnen zeker op geletterdheid inzetten om het verschil te maken. Automatisering is een ander doel dat centraal staat in de intellectuele ontwikkeling van jonge kinderen. Denk maar aan de tafels van vermenigvuldiging, getallen splitsen en elementaire spellingsregels. Tenslotte zal de gewenste zomerwinst voor een aantal leerlingen ook in de ontwikkeling van beroepscompetenties liggen. Wat er ook geleerd moet worden, zorg dat hetgeen leerlingen leren en hetgeen waarover de leerlingen leren zo waardevol is dat het voor hen de moeite en de tijd waard is (Meesterlezer, 2020). 

Zomerscholen brengen meer op dan leerwinst. Ze zorgen ook voor sociale binding. Elke Vanhoof hamerde in de media reeds op het belang van sociaal contact en beweging om (opnieuw) de batterijen op te laden, om te herbronnen zodat we mentaal sterk staan om tegenslagen te kunnen opvangen. Die sociale binding is ook een sleutelfactor in de preventie tegen delinquent gedrag van maatschappelijk kwetsbare jongeren (Vettenburg, 2015). 

Doelgroep

In het ideale verhaal volstaat het om de zomerschoolpoort vrijblijvend open voor iedereen, van de leerling met achterstand tot de excellente excelleerder die er maar niet genoeg van krijgt. In het huidige verhaal moeten we focussen op het bereiken van risicoleerlingen. Het rapport van Uit De Marge vzw (2020) benoemt en illustreert de nood van kinderen en jongeren in (kans)armoede. Veel van deze kinderen en jongeren vallen uit en verliezen zo vaak ongewild de verbinding met de school. We moeten hen terug oppikken. Stem de communicatie en het aanbod zonder te stigmatiseren af op de doelgroep bij wie de afstandsachterstand nu al zorgwekkend groot is en/of bij wie de zomervakantie een groot leerverlies betekent. Een aanmeldpunt voor klassenraden, in samenspraak het CLB, en schoolexterne partnerorganisaties zoals welzijnsorganisaties, (para)medische diensten … is dan de eerste logische stap. Even logisch is het betrekken van ouders. Leerlingen die je anders al moeilijk naar school krijgt of die je momenteel niet bereikt, zullen niet zonder meer dagelijks naar de zomerschool komen. Transparant communiceren over de voordelen voor leerlingen én ouders met de leerlingen én de ouders, verbetert de aanwezigheid (Epstein, 2007). Een Amerikaans experiment  ging nog een stapje verder: ze deelden beloningen uit voor aanwezigheid op de zomerschool (Martorell, Miller, Santibañez, & Augustine, 2016). En met succes: Meer kinderen kwamen regelmatiger naar de zomerschool wanneer kinderen én ouders beloond werden. De kinderen kregen een cadeautje. Voor de ouders was dit een cadeaubon voor een grote supermarkt. Misschien kunnen we bonnen uitdelen om onze lokale handelaars te steunen?


De Vlaamse overheid lanceerde een oproep om zomerscholen in te richten. Elke initiatiefnemer kan hiervoor bij de Vlaamse overheid een subsidiedossier indienen (indiendatum 5 juni). Met deze driedelige blogreeks, die gebaseerd is op Uitpakken met zomerscholen als vaccin tegen corona-achterstand. Hoe haalbaar en realistisch is dat? willen we jullie ideeën en handvatten aanreiken. Op de website www.zomerscholenvlaanderen.be vind je een ondersteuningsaanbod om van jouw zomerschool een succesverhaal te maken.

Lees hier deel 2 en deel 3 van onze blogreeks over zomerscholen. 

Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief