Het is fijner als leerkracht een eigen verhaal te schrijven dan het voorgeschrevene strikt te volgen.
Wat me bezielt
Graag wil ik de leerkrachten helpen bij het ‘terugwinnen van hun vrijheid’. Dat klinkt wellicht wat pathetisch, maar soms maak ik me bezorgd over de ‘schrik voor directie en inspectie’, het zwaard van Damocles dat boven hun hoofden hangt. Graag wil ik hen versterken in hun kwaliteiten binnen het kader waarin ze houvast en veiligheid vinden. En dit liefst in een uitgestippeld evenwichtig traject met plaats voor terugkoppeling, coaching, intervisies, feedbackgesprekken individueel of in kernteam, met inbreng van nieuwe inzichten, good practices of theoretische kaders.
Mijn dada’s
Basisscholen werken graag met handleidingen die, na rijp beraad, aangekocht worden voor alle klassen van de school. Dit geeft velen houvast als het gaat over het behalen van de eindtermen of leerplandoelen en ook qua aanpak van de leerstof, de methodieken. Als begeleider wil ik met hen bekijken hoe ze even kunnen loskomen van die gangbare praktijk. Vanuit een veilige startpositie probeer ik hen de bril aan te reiken van de leerlingen en de ouders of van collega’s, probeer ik met hen hun eigen kijk scherp te stellen: wat is goed voor iedereen, wat hebben de leerlingen en de ouders nodig en hoe kan ik dat inpassen zodat ik mijn leerkrachtenstijl niet verlies? Hoe zorg ik ervoor dat een diagnose van een leerling mijn werking niet in de war stuurt? Met dat perspectief laat ik hen kijken naar de brede basiszorg, gaan ze aan de slag met wat er al is om daarna te komen tot werkvormen die op het eerste zicht misschien minder evident zijn. Het is fijner als leerkracht een eigen verhaal te schrijven dan het voorgeschrevene strikt te volgen.
Mijn dada’s bestaan uit drie delen. Vooreerst: betrokkenheid verhogen. Wat is de motivatie van leerlingen om iets te leren, wat is de motivatie bij leerkrachten om iets aan te brengen? Wat motiveert een ouder om naar een gesprek te komen? Wat motiveert collega’s om samen te werken? Deze vragen leiden ons van onzekerheden en hindernissen waar leerlingen, ouders of leerkrachten op afknappen, naar de essentie van wat leren en samenwerken is. Ik werk daarop verder door alternatieven die de motivatie terug kunnen aanzwengelen samen te zoeken en er aan te reiken.
Het tweede deel is differentiatie. Leerinhouden liggen vast in de eindtermen maar we hebben veel vrijheid in de manier waarop we ze aanreiken. Méér dan we denken en nemen. Een klein voorbeeld uit het eerste leerjaar: het splitsen. Als je één methode aanreikt die vooral op fantasie gebaseerd is, dan heb je sommige kinderen niet mee. Dan kan het gebeuren dat je ‘deze leerling kan nog niet splitsen’ verwart met ‘kan nog niet splitsen volgens deze methode’. Een schijnbaar klein verschil met misschien grote gevolgen voor het verdere leerproces en de evaluatie. Ook hier gaan we kijken naar wat er al om het daarna in een ruimer kader te kunnen bekijken. Ook op schoolniveau kan er gekeken worden hoe uren georganiseerd kunnen worden en hoe er meer out of the box kan nagedacht worden over klas- en schoolorganisatie. Een school is en blijft tenslotte een lerende organisatie.
En het laatste deel is representatie. Dat gaat over: kunnen weergeven wat je geleerd en opgepikt hebt en weten hoe je best kan leren. Dat kan via een toets maar misschien ook op een andere manier? Hoe kan je als leerkracht te weten komen of je leerlingen goed begrepen hebben wat je hebt willen overbrengen? Hoe kan je aftoetsen of ouders begrepen hebben wat je van hen ‘verwacht’ als leerkracht en als school? Representaties gaan dus over breed observeren en evalueren.
Ondersteuningsvragen die ik graag aanpak
- Differentiëren, coöperatief leren, activerende werkvormen: hoe maken we dat concreet en haalbaar?
- Onze evaluaties doen niet genoeg wat ze moeten doen: ze demotiveren, verlagen de lat of lokken een soort competitie uit onder leerlingen. Hoe gaan we daar mee om?
- Hoe ontwerpen we vanuit de UDL-principes (universal design for learning) een inclusieve leeromgeving?
- Ik zoek inspiratie, energie, tips, steun van collega’s. Ook buiten mijn eigen school, in coaching of intervisie.
- Brede basiszorg en zorgcontinuüm, daar horen we veel over. Wat betekent dat nu in de praktijk?
- Ouders betrekken, makkelijker gezegd dan gedaan.
Mijn loopbaan
Ik was zowel in het buitengewoon onderwijs als het lager (methode)onderwijs aan de slag als leerkracht. Binnen Gonbegeleidingen bouwde ik mijn expertise op voor kinderen met autisme in kleuter, lager, secundair onderwijs en op hogescholen. Binnen de lerarenopleiding stimuleer ik jonge leerkrachten om het beste van zichzelf te geven. Enkele jaren geleden startte ik een eigen project, All-In, met de bedoeling ouders en kinderen bij te staan daar waar ze ogenschijnlijk vast zitten binnen een opvoedings- of onderwijscontext. Tijdens mijn werk als GONbegeleidster voelde ik de nood om onderzoek te doen naar een universeel kader voor leren – zo kwam ik terecht bij Universal Design for Learning (UDL). Een kader waarbij leerkrachten proactief nadenken om hun leeractiviteiten af te stemmen op de verschillende leerstijlen en behoeftes binnen een groep.