Flexibel onderwijs ontwerpen – lessen (en tools!) uit het Nederlandse hoger onderwijs 

17 januari 2022

Zelf kunnen kiezen hoe je de leerresultaten van een opleiding wilt bereiken? Opteren voor een leerroute die leren op afstand combineert met leren op de werkplek? Modules apart volgen, om ze vervolgens te stapelen tot een diploma? De toekomst van het flexibel onderwijs is hier en bij onze Noorderburen zijn ze er volop mee aan het experimenteren. Kijk je mee over het muurtje om te zien welke lessen we uit de Nederlandse proeftuinen kunnen trekken?

Flexibel hoger onderwijs in Vlaanderen – een blijver

Flexibel onderwijs is onderwijs dat in staat is zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden en verschillende mogelijkheden biedt in het wat, waar, wanneer, en hoe er geleerd wordt, leidend tot een erkend diploma of certificaat (definitie ontleend aan CINOP, 2017). In 2004 installeerde het Decreet voor de Flexibilisering van het Hoger Onderwijs (‘flexibiliseringsdecreet’) de wettelijke randvoorwaarden voor hogescholen en universiteiten om beter in te spelen op de individuele noden van studenten. Door studenten de mogelijkheid te bieden meer geïndividualiseerde leertrajecten te bewandelen, hoopte de decreetgever mobiliteit, differentiatie en levenslang leren in en door het hoger onderwijs aan te zwengelen. 

Het flexibiliseringsdecreet heeft ervoor gezorgd dat er in het afgelopen decennium zeker meer differentiatie in de leerwegen van studenten is gekomen. Toch doorliepen studenten, ondanks de grote en stijgende diversiteit van de doelgroep, nog vaak hetzelfde curriculum en bleven de mogelijkheden voor differentiatie en keuzes binnen het curriculum al bij al beperkt. Programma’s werden (en worden) hoofdzakelijk uitgewerkt vanuit het ‘cohort-lokaal-docent’-principe.

We zijn op het vlak van flexibel onderwijs echter in een stroomversnelling terecht gekomen. Waar al langer duidelijk was dat flexibel onderwijs een blijver is, maakte corona het incontournable. De pandemie dwingt het hoger onderwijs ten eerste massaal om over te schakelen naar meer tijds- en plaatsonafhankelijke manieren van lesgeven. Een veranderproces dat heel geleidelijk aan het lopen was, schakelt nu een versnelling hoger. Ten tweede zet de coronacrisis ook op scherp dat we alle talenten nodig hebben om onze kenniseconomie draaiende te houden. Levenslang leren prijkt bovenaan de strategische agenda van zowat alle hogeronderwijsinstellingen. En om die ambitie waar te maken hebben we onderwijsprogramma’s nodig die flexibel inspelen op de noden van studenten die werk, gezin en opleiding combineren.

De vraag is dus niet langer of er geflexibiliseerd zal worden, maar hoe we optimaal en kwaliteitsvol kunnen flexibiliseren voor een zo breed mogelijke doelgroep. 

Flexibel hoger onderwijs in Nederland – lessons learned

Exact die vraag lag aan de basis van de adviescommissie ‘flexibel hoger onderwijs voor werkenden’ die in 2014 bij onze Noorderburen in het leven werd geroepen. Men had vastgesteld dat de prestaties op het gebied van levenslang leren achterbleven op de ambities, terwijl de urgentie ervan alleen maar groter wordt. Er werd een beleidskader gecreëerd dat het hogescholen en universiteiten mogelijk maakte met meer verregaande flexibilisering van start te gaan dan tot dan toe het geval was. In heel wat hogescholen en universiteiten werden experimenten gestart, waarbij de vaste onderwijsprogramma’s en het cohort-lokaal-docent’-principe in meer of mindere mate losgelaten werden. 

Hieruit worden nu volop de eerste lessen getrokken. Net op tijd dus om mee over het muurtje te kijken en de belangrijkste takeaways te noteren, die we overgieten met onze eigen ervaringen bij het begeleiden van instellingen en opleidingen naar meer flexibele leerwegen.

1. Werk een visie op flexibel onderwijs uit

Vraag aan vier collega’s wat ze onder ‘flexibel onderwijs’ verstaan – de kans is groot dat je vier verschillende antwoorden zult krijgen. Samen met je collega’s tot een gedeeld begrip komen van wat flexibel onderwijs inhoudt en hoe ver je hier als opleiding/faculteit/departement/instelling in wil gaan, is daarom een eerste belangrijke stap om tot een meer flexibele opleiding te komen.

SURF ontwikkelde een handig instrument dat je bij deze oefening kan helpen: de tool ‘Onderwijs op maat’. In deze tool worden vijf dimensies van flexibiliteit onderscheiden. 

Figuur 1 – SURF tool ‘Onderwijs op Maat’ 

Ten eerste zijn er dimensies gerelateerd aan wat de studenten leren:

  • Inhoudelijke keuzevrijheid: mag de student zelf studiematerialen kiezen of bijvoorbeeld zelf bepalen op welke kennis en vaardigheden hij zich wil bekwamen? 
  • Passend bij de achtergrond van de student: krijgt de student bijvoorbeeld vrijstelling op basis van eerder genoten onderwijs, zoals een eerdere studie of online onderwijs? 

Ten tweede werden ook dimensies opgenomen die te maken hebben met hoe de studenten leren:

  • Eigen tijd, plaats en tempo: in hoeverre biedt de opleiding vrijheid in de structuur van het onderwijs? 
  • Eigen niveau: krijgt iedereen een vak op hetzelfde niveau, of biedt de opleiding bijvoorbeeld verdiepend materiaal voor uitblinkers? 
  • Eigen manier: kan de student kiezen uit verschillende onderwijsvormen om de inhoud tot zich te nemen?

De dimensies die SURF voorstelt, bieden een handvat om een eigen visie rond flexibel onderwijs uit te werken. Per dimensie kies je een positie ten aanzien van de gewenste flexibiliteit. Door met collega’s te praten over de positie van de schuivers per dimensie, expliciteer je welke keuzes over flexibiliteit binnen het vak, de opleiding, de faculteit en/of de instelling zijn gemaakt. De mix van dimensies waarvoor wordt gekozen, en de reikwijdte per dimensie, leidt voor iedere instelling/faculteit/opleiding tot een eigen manier om flexibel onderwijs aan te bieden. 

Tip: betrek ook andere belangrijke stakeholders bij dit proces – de studenten en het werkveld leveren steevast een niet te missen bijdrage op het vlak van visievorming over flexibilisering. Bovendien anticipeer je zo op weerstand.

2. Vertrek voor het ontwerpen van je leerroutes van noden de doelgroep 

Het is cruciaal dat de visie op flexibel onderwijs aansluit bij de (kenmerken en behoeften van) de doelgroep (studentenpopulatie). En deze doelgroep is zelden homogeen. Het loont daarom om studentenpersona’s te ontwikkelen. Een persona (of ijkpersoon) is een gedetailleerde omschrijving van een eindgebruiker van jouw product of dienst, in dit geval de student. Door verschillende persona’s te ontwikkelen, capteer je de diversiteit in achtergronden, leervragen, voorkeuren en begeleidingsnoden van de studenten, zodat je deze bij de hand hebt als je leerroutes ontwerpt.

Ze stellen je in staat door de ogen van de potentiële nieuwe studenten naar je eigen opleiding of instelling te kijken en zo de ontwikkelingen in flexibilisering hier te laten op aansluiten. In de praktijk blijkt daarbij bijvoorbeeld ook dat een deel van de studenten van de flexibele deeltijdopleidingen weinig behoefte hebben aan flexibilisering en versnelling, maar gewoon het volledige reguliere programma te willen volgen. Ook aan hun noden dient dus blijvend tegemoet gekomen te worden!

Enkele voorbeelden van student persona’s vind je hier.

Een bijkomende hulpmiddel om de opleiding die je ontwerpt af te stemmen op de noden van de doelgroep, is de student journey. Student journey mapping is een methode waarmee je in kaart brengt hoe de studenten de verschillende contactmomenten met de opleiding ervaren, van het eerste infomoment tot het uitreiken van het diploma. Idealiter breng je voor elke persona de student journey in kaart: je gaat na hoe de opleiding op de verschillende contactmomenten optimaal kan inspelen op de noden van elk persona. Nadien trek je conclusies over wat dat betekent voor hoe je de opleiding moet ontwerpen.

Figuur 2 – Voorbeeld van een student journey (Bron)

Tip: contacteer studenten of alumni om de studentenpersona’s te ontwikkelen. Zo pluk je bruikbare informatie recht uit de realiteit.

3. Flexibilisering: geen big bang, maar een gefaseerde aanpak

(titel ontleend aan https://www.surf.nl/files/2019-12/owlpublicatie_web5-definitief.pdf ). 

Er zijn heel veel verschillende gradaties in het aanbieden van flexibele leerroutes. In 2018 brachten zes Nederlandse hogescholen bij studenten en docenten de huidige en gewenste flexibiliteit in kaart met behulp van de Flexscan DT, een gevalideerd instrument dat bestaat uit 48 items die de flexibiliteit van een opleiding nagaan.  Op basis van de Flexscan worden vier scenario’s van flexibilisering voorgesteld:

Figuur 3: Vier scenario’s van flexibilisering
  • Scenario 1: Het standaard programma: In dit scenario ligt het curriculum vast. 
  • Scenario 2: Het standaard programma + individueel maatwerk: In dit scenario ligt het curriculum in principe vast, maar is er beleid voor het maken van uitzonderingen voor individuen. 
  • Scenario 3: Het leerarrangement: In dit scenario is er binnen het curriculum sprake van een vaststaand onderwijsarsenaal op basis waarvan studenten een leerarrangement kunnen samenstellen. 
  • Scenario 4: De gepersonaliseerde leerroute: In dit scenario bepaalt de student met de opleiding hoe zijn leerweg eruitziet. Individueel maatwerk is het uitgangspunt.

Uit de bevraging bleek dat zowel studenten als docenten van mening waren dat ze zich nu veelal in scenario 2 bevonden, maar graag naar scenario 3 wilden evolueren. Opvallend is dat zowel de studenten als de docenten de volledig gepersonaliseerde leerroute van scenario 4 (nog) niet als ideaalbeeld zien. 

Wat kenmerkt het derde scenario (het leerarrangement)? Het houdt in dat de keuzemogelijkheden voor studenten groter worden dan nu het geval is op het vlak van wat wanneer geleerd wordt (bv. door minder volgtijdelijkheid of meer validering van bepaalde aanwezige competenties bij de start van een opleiding/module) en waar geleerd wordt (face-to-face contact, online, op de werkplek). Toch blijft het geheel organiseerbaar omdat de mogelijkheden niet oneindig zijn: er worden als het ware een beperkt aantal mogelijke trajecten aangeboden. 

Wat zien we dan zoal ontstaan in Nederland? Welk beeld van flexibel onderwijs krijgt daar vorm?

  • Leerresultaten, onderwijs activiteiten en toetsing worden als het ware van elkaar losgeknipt. Je kan als student kiezen op welke manier je de leerresultaten van de opleiding wenst te bereiken. 
  • Afhankelijk van je ervaring kun je sommige modules versneld afronden. Je hoeft dan niet de stof opnieuw te bestuderen, je moet dan alleen laten zien dat je de stof beheerst. 
  • Indien je de nog een leerweg moet afwerken om de leerresultaten te bereiken, heb je vaak verschillende manieren om dat te doen: in voltijd via contactonderwijs, in deeltijd via contactonderwijs of via afstandsonderwijs, door vooral te leren op de werkplek, …
  • Er wordt gewerkt met modules, die vaak in de zelf gekozen volgorde kunnen worden afgerond.
  • Tijdens contactmomenten wordt met docenten en studiegenoten samen geleerd.
  • Vaak ontvang je bij het afronden van een module een certificaat. Je kunt dat certificaten ‘stapelen’ tot een diploma. Dat krijg je alleen als je alle benodigde certificaten hebt behaald.
  • Je kunt je ook voor één module inschrijven en op de infopagina’s worden ook deze aparte modules weergegeven.

Tip: flexibel onderwijs ‘doet’ iets met mensen, net omdat je ze uit de comfortzone van een standaardtraject haalt. De impact op ‘de mens’ achter de student of docent is soms groot. Geef daarom ruimte aan emoties bij dit proces

4. Denk na over de haalbaarheid van de flexibilisering

Flexibilisering vindt niet in een vacuüm plaats. Een opleiding flexibiliseren betekent ook dat je andere dingen gaat vragen van studenten, docenten en de organisatie. Het is belangrijk om ook daar van in het begin goed bij stil te staan. 

Avans Hogeschool ontwikkelde een model dat via vier criteria bespreekbaar maakt of en hoe de beoogde flexibilisering haalbaar is:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving
Figuur 4 – Haalbaarheid van flexibel onderwijs

Hierbij staan de volgende vragen centraal:

  • In hoeverre is het flexibele onderwijsprogramma studeerbaar voor de studenten? Hoe kunnen we studenten optimaal begeleiden?
  • In hoeverre is het doceerbaar voor de docenten? Wordt een andere rol van docenten verwacht? Hoe kunnen we ze professionaliseren?
  • In hoeverre is het organiseerbaar (uitvoerbaar en roosterbaar)? Welke aanpassingen dienen te gebeuren in de organisatie en wie moeten we hierbij betrekken?
  • In hoeverre is het betaalbaar?

Tip: door studenten, docenten en onderwijsondersteuners in de verschillende stadia van flexibilisering te betrekken, vergroot je het draagvlak! Cocreatief leiderschap is net als in elk veranderproces, cruciaal.

5. Bied ruimte voor experiment en zet in op expertisedeling

In Nederland maakte de overheid het wettelijk mogelijk om in de flexibiliseringsproeftuinen leerresultaten, leeractiviteit en toetsing van elkaar los te knippen, zodat er grotere bewegingsruimte kwam in het flexibel maken van het curriculum. Van deze ruimte werd volop gebruikt gemaakt in de 21 hogescholen die deel uitmaken van het experiment, die op hun beurt in hun hogeschool de nodige ruimte tot experiment bieden.

Hieruit wordt nu volop geleerd. De expertise die in de experimenten wordt ontwikkeld, wordt zowel binnen als buiten de hogeschool gedeeld. Op die manier worden studenten en werkveld nog beter bediend en daar gaat het om. 

Tip: houd rekening met deze tien principes die uitgaan van een ontwikkelingsgerichte kijk op verandering. Daarin staan experiment, een ruim tijdskader, dialoog en een integrale aanpak centraal.

Jetje De Groof

Schoolmakers begeleidt opleidingen/departementen/faculteiten/hogescholen en universiteiten die hun opleidingen flexibeler willen maken. Dat kan via een lezing, workshop, adviesgesprek of een langer begeleidingstraject. Wens je meer info hierover? Laat het ons weten via jetje@schoolmakers.be

In de het voorjaar van 2022 organiseren we ook een masterclass ‘Opleidingen procesgericht ontwerpen, waarin deelnemers zich op een intensieve manier verder bekwamen in het begeleiden van verandertrajecten gericht op (her)ontwerpen van opleidingen.

Inspiratiebronnen

Pilots flexibilisering: 

Flexscan (CINOP):

SURF:

Overige:

Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, publicaties en verhalen?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief